Samenwerkend Toezicht Jeugd

Leren van Calamiteiten 2

Veiligheid van kinderen in kwetsbare gezinnen

Op zoek naar samenhang

Op basis van het rapport Leren van Calamiteiten 2 “Veiligheid van kinderen in kwetsbare gezinnen” zien de samenwerkende inspecties een aantal belangrijke uitdagingen. Voor het aangaan van deze uitdagingen is de transitie alleen niet voldoende, maar is ook transformatie noodzakelijk.

Het rapport roept op om op zoek te gaan naar de samenhang en schetst daarbij drie rode draden, te weten:

  1. Samenhangend systeem: de samenhang tussen volwassenenzorg en jeugddomein (‘Volwassenenproblematiek is kindproblematiek’)
  2. Samenhangende afspraken: de samenhang tussen het vrijwillige en gedwongen kader (‘Opschalen en afschalen’)
  3. Samenhangende zorg: de samenhang tussen verschillende crisissen en problemen in een gezin (‘Onderschatten chronische problematiek’)

Een ander type samenhang dat volgens de inspecties gezocht kan worden is de samenhang tussen bestuurders en professionals. Bij het onderzoeken van verschillende calamiteiten valt op dat, ondanks helder gemeentelijk beleid, professionals nauwelijks op de hoogte zijn van de inrichting van het lokale netwerk of lokale zorglandschap.

Tevens zien de inspecties dat uitgangspunten in beleid, zoals ‘vraaggericht werken’ en ‘eigen kracht’, in de dagelijkse praktijk van het werken met kwetsbare gezinnen en volwassenen heel lastig kunnen zijn en soms tot onveilige situaties leiden.

Om meer samenhang tussen beleid en uitvoeringspraktijk te creëren hebben de samenwerkende inspecties deze factsheet opgesteld waarin aan weerskanten van de rode draden uit het rapport wordt aangegeven wat bestuurders respectievelijk professionals kunnen doen om samenhang te realiseren. Op de achterkant van de factsheet staan vijf vragen voor het gesprek tussen bestuurders en professionals.

Bestuurders en professionals aan zet

Rode draden

Bestuurders aan zet

Volwassenenproblematiek is kindproblematiek

Binnen het sociaal domein zijn meestal verschillende wethouders actief binnen één gemeente. Daarom is het belangrijk om op bestuurlijk niveau samen te werken aan integraal beleid voor het brede sociaal domein.

Samenwerken gaat beter als professionals elkaar kennen. Het loont daarom om relevante professionals binnen uw eigen gemeente rond de tafel te zetten voor een (nadere) kennismaking.

Investeer in een betere aansluiting en samenwerking van de domeinen die met volwassenen te maken hebben op de zorgstructuur in de wijken door ze kennis met elkaar te laten maken.

Zorg ervoor dat alle professionals het lokale zorglandschap kennen en schep duidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en rollen van verschillende partijen, zoals Veilig Thuis.

Informeer professionals actief over wisselingen in het lokale zorglandschap als inkoopafspraken wijzigen.

Bestuurders aan zet

Opschalen en afschalen

Als bestuurder kunt u van professionals vragen dat zij met elkaar sluitende afspraken maken bij het op- en afschalen van zorg en ondersteuning. Laat ze daarbij expliciet aandacht besteden aan wat ze precies van elkaar verwachten en wanneer ze dat verwachten. Spreken ze dezelfde taal en begrijpen ze elkaar voldoende?

Tevens is het van belang dat professionals heldere afspraken maken met gezinnen en duidelijk maken dat vrijwillige zorg geen vrijblijvende zorg is, als het gaat om de veiligheid van jeugdigen. Bestuurders kunnen in het publieke debat en in gesprekken met professionals dit blijven benadrukken.

Bestuurders aan zet

Onderschatten chronische problematiek

Het is van belang dat bestuurders aangeven dat het uitgangspunt van eigen kracht nooit ten koste mag gaan van de veiligheid.

Bestuurders kunnen een sociaal domein creëren waarbinnen langdurige en structurele zorg voor chronische problematiek bij gezinnen inzetbaar is.

Spreek als gemeenten van Nederland met elkaar af dat als een zorggezin, waar de veiligheid van de jeugdige(n) in het geding is, verhuist, ze niet losgelaten worden en er een warme overdracht plaatsvindt.

Zorg voor differentiatie in de samenstelling van wijkteams en gespecialiseerde teams, passend bij de zwaarte van de problematiek in de verschillende wijken.

  • Samenhangend systeem
  • Volwassenenproblematiek is kindproblematiek

    De veiligheid van kinderen moet voldoende geborgd worden doordat betrokken professionals zien dat problemen van ouders hun weerslag hebben op kinderen en omdat zij oog hebben voor alle gezinsleden. Als er meerdere professionals bij een gezin betrokken zijn, moet er een professional zijn die het totaalplaatje heeft van alle problematiek. Bij het beoordelen van de veiligheid van kinderen moet niet (alleen) gekeken worden naar zogenaamde ‘kindsignalen’. Volwassenenproblematiek is kindproblematiek, met of zonder kindsignalen.

  • Samenhangende afspraken
  • Opschalen en afschalen

    Als er zorgen bestaan over de veiligheid van jeugdigen en andere gezinsleden, kan zorg en ondersteuning wel vrijwillig maar niet vrijblijvend zijn. Ouders moeten dit ook weten. Tevens moeten er goede afspraken gemaakt worden tussen organisaties en met het gezin onder welke omstandigheden de zorg en ondersteuning vrijwillig kan blijven (afschalen) en in welke gevallen dat niet meer kan en er opgeschaald zal worden naar het gedwongen kader.

  • Samenhangende zorg
  • Onderschatten chronische problematiek

    Professionals hebben oog voor chronische problematiek bij kwetsbare gezinnen, herkennen en handelen daar naar. Voorbeelden van chronische problematiek vormen licht verstandelijke beperkingen, verslaving, psychiatrische problematiek, zorgmijden (bijvoorbeeld veelvuldig verhuizen), huiselijk geweld, kindermishandeling en schulden. Deze problematiek staat vaak niet op zichzelf, maar naast elkaar in gezinnen, en versterkt elkaar.Daarnaast mag de zelfredzaamheid van deze gezinnen niet overschat worden door geen rekening te houden met de implicaties van de chroniciteit voor de draagkracht van gezinnen. Door deze chroniciteit blijven veiligheidsrisico’s voor jeugdigen en hun gezinsleden bestaan, ook als het acute probleem van een crisis bedwongen is.

Professionals aan zet

Volwassenenproblematiek is kindproblematiek

Zorg dat je altijd het kind zelf spreekt.

Kijk bij het beoordelen van veiligheidsrisico’s niet alleen naar hoe kinderen het doen en beschouw problemen van ouders altijd als kindproblematiek.

Eis van bestuurders dat de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling (inclusief kindcheck) gebruikt wordt bij zorgen om de veiligheid en vraag om geschoold te worden in het op de juiste momenten toepassen van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling, inclusief de kindcheck (ook professionals die met volwassenen werken).

Vraag van bestuurders dat er goede samenwerkingsafspraken worden gemaakt tussen de volwassenenzorg en de zorgstructuur in de wijken.

Professionals aan zet

Opschalen en afschalen

Koppel bij zorgen om veiligheid dossiers zodat een integrale risicoanalyse plaats kan vinden.

Verwacht van elkaar dat als Veilig Thuis besluit dat na een crisissituatie hulp in het vrijwillige kader voor een kwetsbaar gezin verantwoord is (afschaling), het altijd duidelijk is welke professional verantwoordelijk is voor de veiligheid van de kinderen en wat de rol van andere partijen (inclusief ouders) hierin is. Waar moeten professionals verscherpt alert op blijven? Wanneer moet wie weer aan de bel trekken?

Spreek af dat het beëindigen van de hulp aan kwetsbare gezinnen, zonder dat de veiligheidssituatie voor de kinderen aantoonbaar is verbeterd, geen optie is. Vrijwillige hulp kan na geconstateerde veiligheidsrisico’s voor de kinderen in kwetsbare gezinnen niet vrijblijvend zijn.

Professionals aan zet

Onderschatten chronische problematiek

Als een gezin langdurige zorg nodig heeft door hun chronische problemen, eis dan van bestuurders dat financiering hiervan mogelijk wordt gemaakt.

Analyseer met elkaar de resultaten van eerdere hulpverlening aan een gezin in samenhang. Blijf per gezin volgen of de ingezette hulpverlening ook op de langere termijn voldoende effect oplevert om nieuwe escalaties voor te zijn.

Zorg ervoor dat je in staat bent rondom deze gezinnen informatie met elkaar uit te wisselen die nodig is om een voor kinderen onveilige situatie in beeld te brengen, zodat op basis van een volledige probleemanalyse kan worden gehandeld.

5 vragen aan bestuurders en professionals

Bestuurders en professionals met elkaar in gesprek

De samenwerkende inspecties willen bestuurders in hun sturende - en regierol, en professionals in hun uitvoerende rol, faciliteren met een set basisvragen die zij elkaar kunnen stellen. Deze vragen zijn bedoeld om gebruikt te worden in het gesprek tussen bestuurders en professionals over de inrichting en uitvoering van effectieve zorg en ondersteuning aan kwetsbare burgers. Om het gesprek concreet te maken, loont het om bestaande problematiek en casuïstiek te bespreken.

Vraag 1: Wie let er op de kinderen?

Jeugdigen eerst: breng in kaart of er jeugdigen betrokken zijn en wie hun veiligheid borgt.

Vraag 2: Wie en wat hebben jullie in beeld?

Zorg dat bij hulp en ondersteuning alle gezinsleden en hun problematiek in beeld zijn.

Vraag 3: Is de problematiek volgens jullie oplosbaar?

Verken met elkaar de vraag of de problematiek wel is op te lossen en pas de hulpverlening daarop aan.

Vraag 4: Wie heeft de regie?

Richt de samenwerking tussen professionals zo in dat er altijd een overzicht is van alle betrokken professionals en dat helder is wie de regie heeft.

Vraag 5: Wanneer en hoe vaak kijken jullie terug?

Terugkijken is geen optie, maar een ‘must’ om passende zorg en ondersteuning te leveren. Dit betreft niet alleen terugkijken en evalueren aan het einde van verleende zorg, maar ook tussentijds terugkijken en evalueren, zodat patronen herkend kunnen worden.