Samenwerkend Toezicht Jeugd

Stelseltoezicht Jeugd

Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd

Dit toezichtkader kijkt naar de vraag: Worden jeugdigen en gezinnen die zorg en ondersteuning nodig hebben door organisaties gezamenlijk effectief geholpen?

Bij het toezicht staan de resultaten voor jeugdigen en gezinnen centraal.
De samenwerkende jeugdinspecties onderzoeken welke resultaten zorg en ondersteuning behalen en hoe de wijze waarop deze resultaten behaald worden, geborgd is.

Jeugdigen in beeld
Jeugdigen in zorg
Wanneer is het goed?

Waaraan kun je dat zien?

  • Er is zicht op de doelgroep.
  • De toegang tot zorg en ondersteuning is laagdrempelig.
  • Er wordt gekeken naar de draagkracht en risico's in het gehele gezin en het sociale netwerk.

Waaraan kun je dat zien?

  • Het bepalen van de zorg en ondersteuningsbehoefte gebeurt in interactie met de jeugdige/het gezin. Waar nodig worden andere partijen betrokken
  • De afweging voor en de prioritering van de inzet van zorg en ondersteuning wordt gebasseerd op de problematiek van het gehele gezin.
  • Stagnaties in de toeleiding worden gesignaleerd en waar mogelijk verholpen of er wordt een passend alternatief ingezet.

Waaraan kun je dat zien?

  • Risico's en signalen met betrekking tot de veiligheid van jeugdigen/gezinnen worden systematisch ingeschat.
  • In het belang van de veiligheid van de jeugdige/het gezin worden signalen gedeeld.
  • Signalen van zorgmijding komen zo snel mogelijk in beeld.
  • In het belang van de veiligheid van de jeugdige is duidelijk wie betrokken blijft bij de jeugdige/het gezin.
  • Als jeugdigen en gezinnen zorg en/of ondersteuning nodig hebben, wordt dit gesignaleerd.

  • Jeugdigen/gezinnen die zorg en ondersteuning nodig hebben, worden adequaat naar zorg en ondersteuning toegeleid.

  • De veiligheid van jeugdigen / gezinnen in de signalering en toeleiding naar zorg en ondersteuning is geborgd.

Waarom is dit belangrijk?

Om preventie, vroegsignalering en effectieve zorg en ondersteuning mogelijk te maken is kennis nodig van de doelgroep in zijn algemeenheid en specifiek van de risico's en draagkracht van een gezin.

Jeugdigen en gezinnen die zelf hulp zoeken moeten snel een professional vinden die met hen meedenkt.

Waarom is dit belangrijk?

Een adequate toeleiding is van belang voor het krijgen van passende zorg en ondersteuning. Als de toeleiding niet passend plaatsvindt, is dit een risico voor stagnatie en eventueel verergering van de problematiek. Om maatwerk te kunnen leveren is het belangrijk dat er integraal naar de zorg en ondersteuningsbehoefte wordt gekeken en dat er wordt gekeken welk aanbod daarbij past. Hiervoor is kennis van het beschikbare aanbod onontbeerlijk.

Waarom is dit belangrijk?

Jeugdigen en gezinnen hebben er belang bij dat signalen in een zo vroeg mogelijk stadium worden gezien en waar nodig worden gedeeld. Delen van signalen vereist de toestemming van de jeugdige/het gezin tenzij het om een veiligheidsrisico gaat. De veronderstelling is dat als signalen integraal worden bekeken, de behoefte aan de zorg en ondersteuning beter kan worden ingeschat (1 signaal zegt iets anders dan 5 signalen).

Om de veiligheid van jeugdigen te borgen worden jeugdigen en gezinnen niet losgelaten tot de zorg en ondersteuning is gestart en wordt waar nodig een risicoanalyse uitgevoerd. Zorgmijders zijn hierbij een specifieke aandachtsgroep.

Waaraan kun je dat zien?

  • Zorg en ondersteuning sluit aan bij de behoeften en mogelijkheden van de jeugdige/het gezin en het sociale netwerk.
  • De jeugdige/het gezin hebben waar mogelijk invloed op de zorg en ondersteuning.

Waaraan kun je dat zien?

  • Zorg en ondersteuning wordt afgestemd op de problematiek van het gehele gezin.
  • Gezinnen worden in staat gesteld om de regie over de zorg en ondersteuning zelf te voeren.
  • Er wordt een inschatting gemaakt of gezinnen deze regie ook daadwerkelijk kunnen realiseren of dat hier ondersteuning bij nodig is.
  • Bij meervoudige problematiek is er één regisseur die zorgt voor samenhangende zorg en ondersteuning.
  • Informatie over het verloop van de zorg en ondersteuning wordt gedeeld in samenspraak met het gezin.

Waaraan kun je dat zien?

  • Gezinnen worden in staat gesteld om de continuïteit van hun zorg zelf te organiseren.
  • Er wordt een inschatting gemaakt of gezinnen deze continuïteit ook daadwerkelijk kunnen realiseren of dat hier ondersteuning bij nodig is.
  • Een warme overdracht vindt plaats in samenspraak met het gezin.
  • Als een jeugdige/gezin van gedwongen zorg en ondersteuning overgaat naar vrijwillige zorg en ondersteuning zijn er afspraken over de continuïteit van zorg.
  • Stagnaties in de zorg en ondersteuning worden verholpen. Hiervoor is het van belang dat de doorzettingsmacht is geregeld, dat er continuïteit is van informatie en dat wachtlijsten worden voorkomen.

Waaraan kun je dat zien?

  • Doelen van de zorg en ondersteuning zijn concreet en gericht op effecten.
  • Er wordt systematisch geëvalueerd of de zorg en ondersteuning in een gezin de gestelde doelen behaalt. Zo nodig worden doelen bijgesteld en wordt naar alternatieven gezocht om de gewenste resultaten te bereiken.
  • Zorg en ondersteuning wordt afgesloten als de jeugdige/het gezin zelfstandig verder kan of als er een vervolg geregeld is.

Waaraan kun je dat zien?

  • Wanneer de veiligheid dit vereist wordt informatie gedeeld.
  • Wanneer de veiligheid dit vereist vindt er een warme overdracht plaats.
  • Het is duidelijk wanneer de overstap van vrijwillige naar gedwongen zorg en ondersteuning moet worden overwogen.
  • Zorg en ondersteuning aan ouders heeft oog voor de veiligheid van jeugdige(n).
  • Jeugdigen/gezinnen staan centraal in zorg en ondersteuning.

  • Zorg en ondersteuning aan jeugdigen/gezinnen wordt in samenhang geboden.

  • Er is continuïteit in de zorg en ondersteuning aan jeugdigen/gezinnen.

  • De zorg en ondersteuning aan jeugdigen/gezinnen is resultaatgericht.

  • De veiligheid van jeugdigen/gezinnen die zorg en ondersteuning krijgen, is geborgd.

Waarom is dit belangrijk?

De eigen kracht van jeugdigen en gezinnen is het vertrekpunt voor passende zorg en ondersteuning. De geboden zorg en ondersteuning komt tot stand in interactie en samenwerking tussen jeugdigen, gezinnen en professionals. Door jeugdigen, gezinnen en hun netwerk zoveel mogelijk bij de zorg en ondersteuning te betrekken en hun eigen ideeën en mogelijkheden te benutten, wordt draagvlak gecreëerd en is de zorg en ondersteuning meer effectief.

Waarom is dit belangrijk?

Om effectieve zorg en ondersteuning te kunnen bieden, is het van belang dat er rekening wordt gehouden met alle problemen van alle gezinsleden. Hulpverlening aan ouders en hulpverlening aan jeugdigen moet zo goed als mogelijk op elkaar worden afgestemd.

Als er meerdere partijen bij een jeugdige/gezin betrokken zijn is het belangrijk dat er optimaal wordt samengewerkt. Dit betekent dat het voor iedere betrokkene duidelijk moet zijn wie wat wanneer doet in het gezin. Als de zorg en ondersteuning niet op elkaar wordt afgestemd bestaat het risico dat betrokkenen langs elkaar heen werken of elkaar tegenwerken. Informatiedeling is een voorwaarde voor samenwerking. Ook hier geldt dat voor het delen van informatie toestemming van de jeugdige/het gezin vereist is, tenzij het gaat om een veiligheidsrisico.

Waarom is dit belangrijk?

Jeugdigen en gezinnen hebben er belang bij dat de zorg en ondersteuning doorlopend is. Indien mogelijk is het wenselijk dat jeugdigen/gezinnen zelf stappen in hun zorgverleningsproces kunnen zetten. Het moet helder zijn welke acties het gezin zelf kan onderenemen en waar ondersteuning bij nodg is. Bij de overgang naar een andere vorm van zorg is het van belang dat er een warme overdracht plaatsvindt, zodat continuiteit van zorg gewaarborgd kan worden. Ook hier geldt dat voor het delen van informatie toestemming van de jeugdige/het gezin vereist is, tenzij het gaat om een veiligheidsrisico.

Stagnaties kunnen effectieve zorg in de weg staan. Om stagnaties te kunnen voorkomen moet het helder zijn wie welke beslissing mag nemen. Ook is van belang dat geregeld is wie toegang heeft tot welke informatie en dat wachtlijsten worden voorkomen. De continuïteit van zorg is ook van belang bij partijen intern ivm ziekte verlof ed.

Waarom is dit belangrijk?

Jeugdigen en gezinnen hebben er baat bij als zorg en ondersteuning tot resultaten leidt. Daarom is het noodzakelijk dat alle betrokkenen de gezamenlijke effectiviteit en kwaliteit borgen.

Het moet duidelijk zijn wanneer een betrokken professionial een jeugdige/gezin los kan laten, zodat een jeugdige/gezin niet uit beeld verdwijnen terwijl zij nog zorg en ondersteuning nodig hebben.

Waarom is dit belangrijk?

Gedurende de loop van de zorg en ondersteuning is het van belang dat de veiligheid van jeugdigen/gezinnen is geborgd. Hiertoe is het nodig dat informatie wordt gedeeld, zowel tijdens het verlenen van zorg en ondersteuning als bij overdracht van zorg en ondersteuning. Ook moet het voor de betrokkenen duidelijk zijn wanneer er opgeschaald moet worden naar dwang en drang.

Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de volwassenzorg. Problemen van ouders kunnen risico's met zich meebrengen voor jeugdigen, het is daarom van belang dat zorg en ondersteuning aan ouders oog heeft voor de veiligheid van jeugdigen.

Over het Stelseltoezicht Jeugd

Alle jeugdigen hebben het recht om gezond en veilig op te groeien en te groeien naar zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Niet alle jeugdigen en gezinnen kunnen dit zonder zorg en ondersteuning. Voor jeugdigen en gezinnen met problemen is het belangrijk dat er samenhang is in de zorg en ondersteuning.

Sinds 2003 werken de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie van het Onderwijs, de Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, samen op het terrein van jeugd binnen het samenwerkingsverband Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ). De samenwerkende jeugdinspecties willen door middel van het houden van toezicht bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit en de samenhang van de zorg en ondersteuning aan deze kwetsbare jeugdigen en gezinnen.

Aanleiding

Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden die de zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen regelt. Naast de invoering van de nieuwe Jeugdwet spelen er meerdere ontwikkelingen op het brede jeugddomein. De wet Passend Onderwijs, ontwikkelingen in de wet maatschappelijke opvang, de decentralisatie van begeleiding en verzorging uit de AWBZ en de komst van de participatiewet hebben net als de nieuwe Jeugdwet gevolgen voor de zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen.

De samenwerkende jeugdinspecties houden onder de verschillende nieuwe wetten toezicht op het brede jeugddomein. Dit toezicht kent twee varianten, te weten toezicht op naleving van de wettelijke eisen en toezicht op de kwaliteit in algemene zin.

Toezicht op de kwaliteit in algemene zin wordt in de Jeugdwet ‘stelseltoezicht’ genoemd, waarbij de inspecties zich richten op hoe organisaties binnen het stelsel resultaten behalen voor jeugdigen en gezinnen die integrale zorg en ondersteuning nodig hebben. Immers, het samenbrengen van verschillende verantwoordelijkheden bij gemeenten creëert kansen om kinderen en gezinnen te benaderen vanuit en met een integrale aanpak, maar het biedt ook een uitdaging voor gemeenten om een goede afstemming en samenwerking te organiseren tussen de voorzieningen die zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen bieden. Aangezien hier verschillende organisaties uit verschillende domeinen een rol spelen is een integrale benadering van toezicht gewenst. Om aan dit integrale toezicht vorm te geven, hebben de samenwerkende jeugdinspecties onderhavig Toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd ontwikkeld.

Voor het toezicht op de naleving van de wettelijke eisen hebben de vijf inspecties (deels gezamenlijk) eveneens toezichtkaders ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld het toezichtkader Verantwoorde Hulp voor Jeugd (VHJ) van de Inspectie Jeugdzorg en het toezichtkader Passend Onderwijs van de Onderwijsinspectie. Bij de ontwikkeling van het toezichtkader Stelseltoezicht Jeugd is aandacht besteed aan de samenhang met de verschillende sectorale toezichtkaders.

Doel Stelseltoezicht

In het Stelseltoezicht Jeugd staat de volgende vraag centraal:
Worden jeugdigen en gezinnen die integrale zorg en ondersteuning nodig hebben effectief geholpen?

‘Effectief geholpen’ houdt voor de samenwerkende jeugdinspecties in dat alle jeugdigen/gezinnen in beeld zijn (thema 1) en dat alle jeugdigen/gezinnen die zorg en ondersteuning nodig hebben passende zorg en ondersteuning krijgen (thema 2). Het borgen van de veiligheid van jeugdigen/gezinnen is hierbij een belangrijk aspect dat in beide thema’s terugkomt.
Ieder thema is uitgewerkt in criteria en criteria zijn nader uitgewerkt in indicatoren. Per toezichtonderzoek zal bekeken worden welke criteria en /of welke indicatoren een rol spelen in het betreffende onderzoek en zullen de indicatoren toegespitst worden op de betreffende doelgroep.

Toezichtobjecten

Het toezichtobject van het toezichtkader zijn de organisaties waar de vijf sectorale inspecties toezicht op houden. De gemeenten zijn bij het toezicht op het stelsel geen toezichtobject. Wel worden gemeenten gevraagd hun regierol in te zetten om verbeteringen mogelijk te maken en te sturen op kwaliteit en kunnen in sommige gevallen medeopdrachtgever zijn.

Gebruik van het toezichtkader

Het toezichtkader wordt gebruikt bij het geprogrammeerde toezicht en het calamiteitentoezicht van STJ.
Bij het uitvoeren van het toezichtonderzoek staan de resultaten voor jeugdigen en gezinnen en de borging van resultaten centraal. Deze twee invalshoeken houden in dat er zowel gekeken wordt naar het niveau van de jeugdige en het gezin als naar het niveau van beleid en management. De samenwerkende jeugdinspecties bekijken bijvoorbeeld middels dossieronderzoek en interviews welke resultaten door zorg en ondersteuning worden behaald en onderzoeken hoe deze behaalde resultaten worden geborgd door bijvoorbeeld samenwerkingsafspraken, kwaliteitsborging of deskundigheidsbevordering.

Op basis van het onderwerp wordt bekeken hoe het onderzoek wordt uitgevoerd en welke organisaties hierin worden betrokken. Voor ieder onderwerp en voor ieder toezichtonderzoek van STJ geldt dat het onderzoek leidt tot een uitspraak over de integrale werkwijze van de (gezamenlijke) onderzochte organisaties en de resultaten van deze werkwijze voor jeugdigen en gezinnen. Het is de bedoeling dat het STJ-toezicht stimulerend voor de gemeente/ regio fungeert en dus ook een eindproduct oplevert dat de gemeente/regio kan gebruiken voor het doorvoeren van verbeteringen. De samenwerkende jeugdinspecties vinden het belangrijk dat verbeterpunten draagvlak hebben en aansluiten bij de lokale situatie.

Toezicht door STJ is primair bedoeld om onderzochte partijen te stimuleren zichzelf te verbeteren. Het toezichtkader wordt openbaar gecommuniceerd zodat ook andere partijen hier hun voordeel mee kunnen doen.

Hoewel het toezichtkader bedoeld is voor stimulerend kwaliteitstoezicht, kan in geval van geconstateerde tekortkomingen een individuele sectorale inspectie nader onderzoek doen over de naleving van wettelijke vereisten.

Totstandkoming van het toezichtkader

Het toezichtkader ‘Stelseltoezicht Jeugd’ is ontwikkeld door de samenwerkende jeugdinspecties en is een doorontwikkeling van toezichtkaders die door de samenwerkende inspecties in het verleden zijn gebruikt (Normen- en analysekader ITJ en het toezichtkader ‘Verantwoorde hulp aan gezinnen met geringe sociale redzaamheid’).

Het toezichtkader is tot stand gekomen op basis van de verschillende wet- en regelgeving. Als basis voor alles wat er binnen het jeugddomein gebeurt en waar de samenwerkende inspecties naar kijken, geldt het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK). Dat verdrag is tezamen met de nieuwe Jeugdwet en de Wet Passend Onderwijs de basis voor dit toezichtkader. Naast het IVRK, de nieuwe Jeugdwet en de wet Passend Onderwijs is het toezichtkader op verschillende wet-en regelgeving, handreikingen en waarderingskaders van de vijf inspecties gebaseerd, zoals de waarderingskaders voor- en vroegschoolse educatie , primair en voortgezet onderwijs, Passend onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs (IvhO), Wet structuur uitvoering werk en inkomen, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (ISZW), Landelijk Kader Veiligheidshuizen (Januari 2013), Veiligheidshuizen Kompas ‘Transitie Jeugd en Veiligheidshuizen’ (Juni 2013) (IVenJ), Wet Publieke Gezondheid, Kwaliteitswet Zorginstellingen, Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg (KNMG, V&VN, KNOV, KNGF, KNMP, NIP, NVZ, NFU, GGZ NL, NPCF, januari 2010) (IGZ). Op basis van deze wetgeving, toezichtkaders, handreikingen en waarderingskaders is een concept toezichtkader ontwikkeld. Een eerste versie is voorgelegd aan een panel van deskundigen, zowel van de departementen op het terrein van wetgeving, als deskundigen van gemeenten. Vervolgens is het toezichtkader getest in verschillende pilots en op basis van de bevindingen uit de pilots alsmede de jarenlange ervaring van STJ is het definitieve toezichtkader tot stand gekomen.

Definities

  • Jeugdigen
    ‘Jeugdige(n)’ zijn jeugdigen van -9 maanden tot 23 jaar. Op basis van het ‘Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ gaat het om alle Nederlandse jeugdigen en alle jeugdigen in Nederland.
  • De jeugdige/het gezin
    Het toezicht richt zich op de ‘jeugdige/het gezin’ omdat het belangrijk is dat er niet alleen naar de jeugdige gekeken wordt, maar ook naar het gezin (ouders/verzorgers, (half/stief) broertjes/zusjes en andere inwonende familieleden of kennissen)
  • Zorg en ondersteuning
    ‘Zorg en ondersteuning’ betreft alle vormen van lichte en zware zorg,ondersteuning, bescherming en drang en dwang die een jeugdige/gezin kan ontvangen in het jeugddomein. Bijvoorbeeld door: consultatiebureau, kinderopvang, vve, onderwijs, maatschappelijk werk, politie, GGD, jeugdhulp, jeugdbescherming, schuldhulpverlening, jeugddetentie en jeugdreclassering.
  • Gedwongen zorg en ondersteuning
    ‘Gedwongen zorg en ondersteuning’ is alle niet vrijwillige zorg en ondersteuning, bijvoorbeeld maatregelen van kinderbescherming, zoals ondertoezichtstelling en voogdij, of gesloten jeugdzorg.
  • Organisaties
    ‘Organisaties’ betreffen alle partijen die een vorm van lichte of zware zorg, ondersteuning, bescherming of drang en dwang die een jeugdige/gezin kan ontvangen bieden. Bijvoorbeeld door: consultatiebureau, kinderopvang, vve, onderwijs, maatschappelijk werk, politie, GGD, jeugdhulp, jeugdbescherming, volwassen GGZ, schuldhulpverlening, (jeugd)detentie en (jeugd)reclassering.